Wijn met bezinksel decanteren
Om het bezinksel te verwijderen kan de fles het beste een dag voor het serveren rechtop gezet worden, zodat het bezinksel langzaam naar de bodem van de fles kan zakken. Daarna is het zaak de fles voorzichtig te openen zonder deze te veel te bewegen. Schenk dan de wijn voorzichtig in één vloeiende beweging in een karaf. Als je dit boven een lichtbron doet, dan zie je het bezinksel naar de flessenhals komen en dat is het moment om te stoppen met schenken. Het is zaak dit overschenken met vaste hand te doen en vooral zonder onderbrekingen. Als de fles weer rechtop gezet wordt, verdeelt het bezinksel zich door de wijn en heeft dit weer veel tijd nodig om te bezinken.
Witte wijn heeft maar zelden bezinksel en hoeft om die reden niet vaak gedecanteerd te worden. Heel af en toe slaat er wat wijnsteenzuur neer in een fles, welke een heel scherp zure smaak geeft. Dit wijnsteenzuur komt van nature voor in wijn en ziet eruit als suikerkristallen. Het slaat vaak neer in de fles als de temperatuur van de wijn daalt. De wijnmaker voorkomt dit meestal door de wijn voor het bottelen zelf te koelen, zodat het wijnsteenzuur in het vat al neerslaat.
Decanteren van wijn
De tweede reden om een wijn te decanteren is om deze lucht te geven, en het is voornamelijk van belang bij jonge rode wijnen die nog niet helemaal op dronk zijn. Eigenlijk spreken we hierbij dan niet van decanteren, maar van karaferen. Door de plotselinge blootstelling aan veel zuurstof kun je het effect van een jarenlange kelderrijping nabootsen. In de kelder of de wijnkast ontwikkelt de wijn zich langzaam door de opname van zeer kleine hoeveelheden zuurstof door de kurk heen.
Hoe gaat dat, wijn karaferen?
De wijn hoeft in dit geval niet voorzichtig overgeschonken te worden, integendeel. Er moet zuurstof bijkomen, dus schenk de wijn maar uitbundig in de karaf. Natuurlijk is het geduldig in een kelder laten rijpen beter dan deze ruige behandeling, maar toch is het een mooie manier om een nog wat gesloten wijn te dwingen zijn geur en smaak vrij te geven. Een uur van te voren karaferen en laten staan is vaak wel voldoende. Er zijn veel verschillende vormen karaffen te koop. Let dus op voor welke functie je de karaf wilt gebruiken.
Welke wijn decanteren/karaferen
Het is over het algemeen krachtige, nog jonge rode wijn die gebaat is bij karaferen. Dit soort wijn kan in zijn jeugd wat hard overkomen; de tannines zijn nog heel erg aanwezig en geven een stroef gevoel in de mond, de zuren zijn nog wat scherp en de wijn heeft nog hele jeugdige fruitige tonen. De wijn bestaat uit meerdere componenten maar is nog niet samengesmolten. Door de wijn in één keer een grote hoeveelheid zuurstof toe te dienen creëer je eigenlijk het effect van oxidatie, de veroudering door zuurstof. In dit jonge stadium is dit echter positief, de wijn opent zich eerder.
Ook oudere rode wijnen kunnen gebaat zijn bij karaferen, om na het lange verblijf in de fles wat op adem te komen. Pas echter wel op met hele oude wijnen. Deze zijn soms zo fragiel dat ze door de overdosis zuurstof al hun aantrekkingskracht kunnen verliezen.
Karaferen van witte wijn
De meeste witte wijn hoeft niet gekarafeerd te worden. Ze komen op de markt om meteen te drinken. Wel zorgen dat de wijn op de juiste temperatuur is, bijvoorbeeld door hem op de juiste serveertemperatuur te laten komen in één van de serveerkasten van EuroCave, maar daarna zo snel mogelijk openen. Alleen oudere, complexe witte wijnen uit bijvoorbeeld Bordeaux en Bourgogne kunnen gekarafeerd worden zodat ze hun geur en smaak vrijgeven.
