Wijnbouw is een prachtige bezigheid, maar het is hard werken en je moet er in Nederland geen gouden bergen van verwachten. Ter gelegenheid van de Open Wijngaardendag lieten we enkele ondernemers aan het woord over hun ervaringen met het uitbaten van een eigen wijnboerderij.
“Veel wijnboeren hebben dollartekens in hun ogen als ze eraan beginnen en die houden er snel weer mee op”, zegt Peter Pels van Wijngoed Havelte. “Het is hard werken, je bent er dag en nacht mee bezig en moet er echt passie voor hebben.”
Ook Leon Masselink van Wijngoed Montferland heeft al veel andere wijnboeren het bijltje erbij neer zien leggen. “Veel mensen onderschatten het enorm. Zelf moet ik toegeven dat ik er ook naïef ben ingestapt. Je hebt met veel investeringen te maken in het begin en het vermarkten is echt een vak apart. Je moet van de grond af een klantenkring opbouwen.”
Daar komt nog bij dat het even duurt voordat je als wijnboer al je inspanningen vertaald ziet in de eerste harde munten. “Pas vijf jaar na aanplant kun je je eerste wijn oogsten”, legt Masselink uit. “Bij rode wijn duurt het nog langer. Rendabel is het bijna niet te maken. Ik denk dat hooguit drie Nederlandse boeren er van kunnen leven.” Peter Pels beaamt dat: “Wij zijn nu twaalf jaar bezig en pas dit jaar verwachten we voor het eerst winst te draaien.”
“Wijn verbouwen is voor mij een uit de hand gelopen hobby. En een hobby kost nu eenmaal geld”, zegt ook Albert Maessen van wijngaard Kruisboom in het Zuid-Limburgse Klimmen. “Wij hebben tweeduizend planten, maar het hangt maar net van de kwaliteit van de oogst af hoeveel flessen je daaruit haalt.”
Het weer
In Montferland, een streek ingeklemd tussen de Achterhoek en de Duitse grens, hadden ze dit jaar geluk, vertelt Leon Masselink: “Het beeld is per druifsoort wisselend, maar we lijken er hier goed vanaf te komen. Het jaar begon met late vorst in april, maar we hebben hier relatief weinig regen gehad. De weersvoorspellingen voor de komende tijd zien er ook goed uit, dus we verwachten weinig problemen.”In Zuid-Limburg is het dan weer een en al ellende. Albert Maessen: “Het is een matig jaar. Vorig jaar hadden we hier een enorme hagelbui en we hebben daar nog de naweeën van. Het was zo bar dat de stokken op een gegeven moment zeiden: we houden ermee op. Wat er hangt is van goede kwaliteit, maar het volume valt dit keer erg tegen. Ik denk dat het wel een derde minder is dan normaal.”
Drenthe zat er een beetje tussenin, vertelt Peter Pels van Wijngoed Havelte: “Tot twee weken geleden was het geweldig. We zijn de nachtvorst goed doorgekomen, met hulp van vuurtonnen. Toen kwam de regen, hier was het echt een natte moesson. Al met al is het niet slecht, maar we hadden beter verwacht.” Al voegt Pels daar wel een echte wijnboerenwijsheid aan toe: “We zijn pas blij als het in het wijnvat zit.”
Rondleidingen en huifkarrentochten
Peter Pels verbouwt naast wijndruiven ook cranberry’s, hij verkoopt olijfolie uit Zuid-Italië en heeft gastenkamers en zelfs vergaderruimte voor bedrijven die op een bijzondere locatie willen brainstormen.Leon Masselink mikt op toerisme in de regio. Bezoekers van zijn wijngaard kunnen dat combineren met wandelingen of tochten per huifkar in de omgeving. Verder gaat hij regelmatig de streekmarkten in de buurt langs met zijn producten.Albert Maessen houdt het dan weer hoofdzakelijk bij wijn verbouwen. Rondleidingen geeft hij wel, maar naar eigen zeggen heeft hij bij de plaatselijke VVV gevraagd om dat te beperken tot kleine groepen.
Achterhoekse bierdrinkers
De drie ondernemers zijn op uiteenlopende wijze in de wijnbranche terechtgekomen. Limburger Maessen is van boerenafkomst. Hij werkte zich in zijn werkzame bestaan op van automonteur tot eigenaar van een goedbezocht tankstation, maar stortte zich uiteindelijk toch op zijn wijnhobby. Samen met zijn vrouw Martha, die uit een familie van wijnboeren afkomstig is. “Het bloed kroop waar het niet gaan kan,” zegt Maessen.
Peter Pels en zijn vrouw rolden min of meer toevallig de wijnwereld in: “Twaalf jaar geleden kwamen we in een boerderij te wonen in een periode dat het slecht ging met de veeteelt. Veel boeren sloten hun bedrijf en begonnen iets anders. De keuze is dan meestal een bed and breakfast of wijnbouw. Ik heb een horeca-achtergrond, dus wijnboer worden leek mij wel wat.” Twee jaar geleden zegde hij zijn kantoorbaan op om zich volledig op het boerenbedrijf te storten.
En Leon Masselink had als geboren Achterhoeker vroeger niets met wijn: “De Achterhoek is toch meer een biercultuur. Als je daar over wijn begint, kijken ze je raar aan. Zelf dronk ik het ook niet, maar een jaar of zeventien geleden ben ik er helemaal voor gevallen.”
Nieuwkomers
Dik Beker, bekroond wijnbouwer in ruste en nu voorzitter van de Vereniging Nederlandse Wijnproducenten VNWP, ziet dat zich nog steeds nieuwkomers op de markt melden. “De topjaren waren tussen 2000 en 2008, toen verdubbelde het aantal commerciële producenten. Daarna lag het door de crisis een tijdje stil, maar de laatste tijd is er weer een lichte stijging.”
Maar een echt grote tak zal de wijnbouw in Nederland nooit worden, denkt Beker. Daarvoor liggen de kosten domweg te hoog: “Grond is duur in Nederland en loonkosten ook. En je hebt ook met allerlei milieueisen en andere voorwaarden te maken die de kosten opdrijven.”
Beker onderschrijft het beeld dat wijnbouwers vaak schrikken van wat er allemaal bij een eigen bedrijf komt kijken: “Er gaat heel veel tijd en handwerk in zitten. De druiventeelt kost al vijf- tot zeshonderd uur per seizoen en dan moet je de wijn nog maken en afzetten.” Als wijnboer moet je ook tegen de pieken en dalen kunnen. “Als het dagen achtereen regent denk je: daar gaat mijn oogst en een paar maanden later kun je toch met een bekroonde wijn in je handen staan.”
Maar voor de boeren die het volhouden, is dat het allemaal waard. Leon Masselink. “Tijdens proeverijen zetten we lange tafels neer, waar mensen dan aan zitten te eten en te drinken. Het is hier dan net Frankrijk of Italië.”
Bron nu.nl